Vaak wordt gedacht dat het minder goed kunnen bewegen door veroudering komt en los staat van de dementie. Zeker bij de ziekte van Alzheimer wordt er eigenlijk nooit over gesproken door de arts of verpleegkundige. Daar gaat het vooral over het geheugen en het gedrag. Als bewegen niet meer zo goed gaat of bij het helpen aankleden of wassen niet goed meegewerkt wordt, wordt dit soms vertaald als probleemgedrag of zelfs als agressie.
De hoge spierspanning wordt paratonie genoemd. Deze hoge spierspanning is in eerste instantie voelbaar als het niet kunnen ontspannen en veranderd langzaam in de loop van de tijd en het vorderen van de ziekte naar tegenbewegen tijdens bewegingen door bijvoorbeeld een verzorgende.
Het niet kunnen ontspannen en meebewegen wordt ook wel Mitgehen of facilitory paratonia genoemd. Het tegenbewegen is Gegenhalten of oppositional paratonia.
We weten nu nog niet goed hoe paratonie precies ontstaat. In het algemeen worden bij het verouderen de bewegingen wat trager maar bij de ziekte van Alzheimer is die vertraging van het bewegen een onderdeel van de ziekte. Er zijn, zover nu bekend 2 oorzaken van het trager bewegen en de hogere spierspanning bij mensen met dementie.